Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > Alzheimer in het dagelijkse leven

Alzheimer in het dagelijkse leven

“Een wijze les kreeg ik van een oudere buurvrouw, die jarenlang voor haar demente man had gezorgd. Ze zei: ‘Maak je niet te druk... Als mijn man dacht dat de handschoen een kat was: prima, ik liet hem dat gewoon denken... Wilde hij een brief schrijven naar z’n overleden vader? Ik liet hem schrijven... Wilde hij beslist in z’n pyjamajas naar de winkel? Van mij mocht hij...’ En ze heeft groot gelijk. Mijn man gedraagt zich vaak niet zoals het hoort. Meestal is hij onbegrijpelijk. Maar ik maak me pas druk als hij echt lastig is, voor zichzelf, voor mij of voor anderen... En dat is helemaal niet zo vaak als je zou denken...”

Mensen met alzheimer verschillen. Bedenk bij het lezen van deze informatie dat alzheimer niet bij iedereen precies dezelfde gevolgen heeft.
Je naaste gaat anders met zijn of haar klachten om dan andere mensen met alzheimer. En: dementie verloopt progressief. In de loop der tijd zullen de klachten dus toenemen.
Er zijn dus geen standaardadviezen. Je kunt de adviezen proberen. Soms zullen ze helpen, soms niet. Uiteindelijk moet je je laten leiden door je eigen ervaringen en de adviezen gebruiken die bij je en je naaste passen.

Bedenk ook dat lang niet iedereen met alzheimer de klachten krijgt die we beschrijven. Als je al deze informatie achter elkaar leest, schrik je waarschijnlijk: het is een lange lijst met wat er allemaal kan gebeuren. Geheugenverlies, oriëntatiestoornissen en stoornissen in het handelen komen altijd voor, maar bijvoorbeeld hallucinaties en wanen minder vaak.

 “Mijn tip? Probeer te blijven zien hoe iemand was... Als mijn moeder lastig was, dacht ik vaak aan hoe ze vroeger was. Dat hielp me om kalm te blijven, om het geduld en de moed te vinden om haar te blijven verzorgen... Ze heeft in haar leven zoveel voor mij gedaan, zoveel betekend... Als ik dat maar in gedachten hield kon ik weer even vooruit...”

Er zijn een aantal algemene adviezen waarop je altijd kunt terugvallen.
Doe niet alles alleen
Zorgen voor iemand met alzheimer is erg zwaar, voor iedereen. Ga er niet van uit dat je alles in je eentje kunt of moet doen. De huisarts en anderen kunnen veel voor je betekenen.
Overleg met een deskundige
Je kunt veel leren van anderen, zoals de huisarts of apotheker. Het is aan te raden altijd met je huisarts of een andere deskundige te overleggen of de manier waarop u met uw naaste omgaat goed is, of over hoe u dat het beste kunt doen. Dat kan zowel voor u als voor je naaste veel problemen voorkómen. Daar komt nog bij dat bepaalde klachten andere oorzaken kunnen hebben dan de dementie zelf. Loopdrang is bijvoorbeeld typisch voor dementie, maar kan ook te maken hebben met een blaasontsteking. Iemand met alzheimer zal dat zelf niet meer aangeven, dus de huisarts moet in zo’n geval nagaan of er een bijzondere oorzaak is.
Maak dus gebruik van de huisarts of van andere deskundigen. Doe dit zeker als bepaalde verschijnselen verergeren, veranderen of als nieuwe verschijnselen optreden.
Vraag tijdig hulp
Het is voor niemand eenvoudig om met dementerende mensen om te gaan, zelfs niet na jaren ervaring. Verwacht dus niet te veel van jezelf. Je hebt waarschijnlijk geen ervaring in de omgang met mensen die alzheimer hebben. Je kunt hierdoor onzeker en mogelijk een beetje angstig zijn. Bij vlagen zul je het erg moeilijk hebben met je naaste, er geen gat meer in zien, de wanhoop nabij zijn, boos worden enzovoort.
Sommige mensen krijgen er na een tijdje handigheid in om met hun zieke naaste om te gaan. Dat verschilt per persoon: de een heeft er wat meer gevoel voor dan de ander. Verwacht echter geen wonderen. Voor de meeste mensen blijft het ronduit lastig.
Met je zieke naaste ‘omgaan’ betekent dus niet dat de dementieverschijnselen zullen verdwijnen. Meestal blijven ze bestaan. ‘Omgaan’ betekent in het beste geval dat je je naaste enigszins in de hand houdt, zodat de situatie voor je draaglijk blijft.

Aarzel nóóit hulp te vragen. Je kunt thuis hulp krijgen, maar er zijn ook opvangmogelijkheden extern.

“Hulp vragen, ik weet het niet... Het valt me zwaar... Ik denk steeds: ach, ik doe het zelf wel... Of ik denk: zelf doe ik het toch beter... En dan stel ik het maar weer uit. Maar het is tegen beter weten in. Dit ga ik niet redden in m’n eentje, je moet hulp hebben...”

Ga met je naaste mee
Niet redetwisten
De verschijnselen worden veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer, en je naaste kan hier niets aan doen. Over het algemeen heeft het daarom weinig zin te vragen waarom hij of zij iets doet of er over te redetwisten. Dit verhoogt alleen maar de spanning en onrust.

Alzheimer is de oorzaak.
Wanneer je begrijpt en ook aan anderen kunt uitleggen dat alzheimer de oorzaak is van het gedrag, kan worden voorkómen dat je naaste de schuld krijgt of wordt uitgemaakt voor ‘lui’, ‘dief’, ‘leugenaar’, ‘vieze oude man’ en dergelijke. Veel mensen weten wel dat de ziekte van alzheimer geheugenproblemen geeft, maar niet dat er ook grote problemen met het gedrag kunnen ontstaan. Een beetje uitleg is dan nuttig.

Vul iemand aan
Ken de grenzen van je naaste en biedt hulp bij de taken die hij of zij niet kan uitvoeren. Doe dit op het moment dat je merkt dat je naaste verward of opgewonden raakt. Zo voorkóm je dat je iemand overvraagt. Aan de andere kant is het voor de eigenwaarde van je naaste goed om hem of haar zo mogelijk zelf dingen te laten doen. Bovendien scheelt je dat zelf werk.

Bied vervanging aan
Storend of lastig gedrag is vaak gemakkelijker te doorbreken wanneer je je naaste uitnodigt of motiveert iets anders te doen, liefst iets dat hij of zij kan en prettig vindt.

Wees flexibel
Als iets niet lukt, probeer het op een andere manier of doe op een later tijdstip nog eens een poging. Ga dus niet te lang door en dring niet te veel aan.

Stel gerust
Probeer je naaste altijd een gevoel van zekerheid te geven. Blijf zelf kalm, geef het idee dat je hem of haar zult blijven steunen en begrijpt, al kan dit erg moeilijk zijn. Vertel liever wat je naaste moet doen in plaats van te zeggen wat hij of zij niet mag doen.

Doe samen dingen die je altijd gewend was samen te doen
Als je met je naaste altijd samen de afwas deed of je werkte samen in de tuin, probeer dit dan zo lang mogelijk vol te houden. Houd de taken overzichtelijk. Veel dementerenden beheersen deze vaardigheden nog automatisch als ze in een herkenbaar verband (op een bekende plaats, met een bekende persoon) worden gedaan.

Maak je niet druk om wat ‘hoort’
Mensen met alzheimer hebben soms weinig gevoel voor hoe het hoort. Je maakt het zichzelf gemakkelijk door zelf ook niet al te zwaar te tillen aan het ‘fatsoen’. Als je naaste een dubbele knoop in z’n stropdas heeft, met het eten knoeit of zich nog maar zelden scheert: het zij zo. Er zijn wel ergere dingen.
Anderen vertellen wat er aan de hand is kan helpen. Buitenstaanders weten dan wat de oorzaak is van het vreemde gedrag, zodat je minder last hebt van schaamtegevoelens.

“Mijn man heeft een knoop in z’n baard. Het is een idioot gezicht, maar dat deert hem niet. Op straat worden wel eens opmerkingen gemaakt. Vroeger zou ik me dat hebben aangetrokken, maar nu denk ik: laat maar, er zijn wel belangrijker dingen dan wat de mensen denken...”

Voorkóm problemen
•    Probeer problemen vóór te zijn. Naarmate je meer ervaring krijgt, zal dit beter lukken. De volgende adviezen kunnen helpen:
•    Zorg dat je naaste zo gezond mogelijk is. Dat wil zeggen: hij of zij heeft geen honger of dorst, heeft geen pijn, volle blaas, stress of een ziekte.
•    Zorg dat je naaste voldoende kan doen en daar zoveel mogelijk plezier aan beleeft.
•    Leer jezelf om alert te zijn op eerste tekenen wanneer iemand aan zijn of haar grens is, dus wanneer er te veel wordt gevergd. Dring dan niet verder aan en ga iets doen dat afleidt.
•    Voorkóm zo veel mogelijk de situaties waardoor elke keer problemen optreden.
•    Wijs je naaste niet nodeloos op de dingen die hij of zij niet meer kan.
•    Spreek je naaste niet tegen. Als je naaste bijvoorbeeld zegt naar huis te willen, terwijl hij of zij al thuis is, heeft het geen zin de strijd aan te gaan. Blijkbaar voelt het even niet als thuis en heeft je naaste vooral
     geruststelling nodig. Ga dus niet in op de  feitelijke boodschap, maar op de emotionele inhoud.

Zorg voor jezelf
Een belangrijk advies is dat je zélf voldoende rust en ontspanning krijgt en stoom kunt afblazen bij anderen.
Zorg voor overzicht
De wereld is voor iemand die dementeert moeilijk te begrijpen. Hoe meer overzicht je schept, hoe prettiger dat is voor je naaste.
Eén ding tegelijk
Het is niet te doen alle problemen tegelijk aan te pakken. Probeer je te beperken, al is dat in de praktijk behoorlijk lastig. Kies een paar problemen die voor je en/of je naaste erg belastend zijn en probeer hier oplossingen voor te bedenken.
Volg bekende patronen
Doe zo veel mogelijk alles op de vertrouwde manier. Ga zo veel mogelijk mee met iemands gewoonten.
Overleg of vertel wat je gaat doen.
Maak taken simpel
Verdeel een handeling of opdracht in kleine stukjes en laat je naaste alleen die dingen doen die hij of zij kan. Bij het aankleden kun je bijvoorbeeld het aantal keuzemogelijkheden beperken door niet meer dan twee kledingsstukken tegelijk klaar te leggen.

Regelmaat en rust
•    Iemand die dementeert heeft vaak behoefte aan een vaste dagindeling: dat biedt houvast. Een gestructureerde dagindeling zonder verrassingen heeft vaak een goede, rustgevende invloed.
•    Voorkóm dat je te veel vraagt: meerdere activiteiten, veel bezoek, spannende of ingewikkelde televisieprogramma’s, veel vragen enzovoort. Vermijd onverwachte situaties zo veel mogelijk, plan het liefst alles van te
     voren.
•    Een vertrouwde omgeving bieden.
•    Verander de inrichting niet. Laat de meubels op hun plaats staan. Zet spullen na gebruik weer op hun vertrouwde plaats terug.
•    Hang hier en daar bordjes op met kleine aanwijzingen (woorden of plaatjes): badkamer, wc, koud, warm enzovoort. Ook kun je zorgen voor een klok die goed zichtbaar de datum aangeeft, een overzichtelijke agenda
     of briefje met afspraken en berichten.
•    Een verhuizing kan van invloed zijn op de verwardheid van je naaste. Misschien kun je in de nieuwe woning een aantal vertrouwde zaken terugbrengen, zodat je naaste het eigen ‘thuis’ weer herkent.